Waarom zijn de National Park maps in de VS zo goed?

De Verenigde Staten omvat een deel van de meest spectaculaire natuur op aarde. Waar zij, net als veel andere moderne landen, mee worstelen is hoe je die natuur behoud terwijl de mens er bij wijze van spreken alles aan doet om dat teniet te doen. Dat natuurbehoud is gedaan door bepaalde gebieden als National Park aan te wijzen. Die parken vallen onder het beheer van de National Park Service die in 1916 in het leven is geroepen met het doel deze parken te beheren en openbaar te stellen. Naast de natuurparken beheert de National Park Service ook de belangrijkste monumenten en plekken van historische waarde.
Gelukkig schrijf ik geen politiek blog en hoeven we dus niet te speculeren over het beleid dat Trump gaat voeren omtrent de National Park Service. Wellicht kunnen we over twee tot vier jaar een kaart maken waarop getoond word hoe de National Parks geslonken zijn maar in dit artikel duiken we in de kaarten die de The National Park Service heeft voortgebracht. En dat zijn pareltjes.

Amerika is commercieel. Heel commercieel. Natuurbehoud kost geld en om de schatkist een beetje te ontzien wordt een deel daarvan aan de bezoeker doorberekend door middel van entree geld. Maar als je entreegeld vraagt moet je waar voor je geld leveren en daarom zijn de National Parks in de Verenigde Staten enigszins op pretparken gaan lijken. De attracties zijn natuurlijke hoogtepunten zoals Half Dome (Yosemite), Angels Landing (Zion) of Old Faithful (Yellowstone).

En naast de natuurlijke attracties vind je, net als in pretparken en afhankelijk van de populariteit van het park, winkeltjes, eettentjes, workshops en tours. Bij binnenkomst krijg je een informatiekrantje en een fantastische kaart.

Maar wat maakt die kaart nou zo goed?

De kaarten zijn ontworpen voor een breed publiek met als eerste uitgangspunt dat wanneer je wilt dat mensen naar een kaart kijken hij vooral “pretty” moet zijn.

In 1977 werd Massimo Vignelli aangenomen om de parken een visuele identiteit te geven. En dat is te zien. Voorafgaand hieraan had hij de alom bekende kaart gecreëerd van het New York Subway System. Eenzelfde toegankelijkheid en overzichtelijkheid voert hij voor de National Park Service in. De kaarten krijgen een uniforme stijl waarbij helderheid en toegankelijkheid bovenaan staan. Technische details worden zoveel mogelijk vervangen door visuele aanduidingen. Hoogte indicatoren worden echte bergen.

Niet alleen wordt de kaart uniform maar ook het medium waarop hij gedrukt wordt. Ieder park krijgt een vouwfolder die op dezelfde manier is opgemaakt. Vignelli introduceert een vast stramien en de dikke zwarte balk die doorvloeit in de volledige identity van de National Park Service. Frutiger wordt het lettertype en hij ontwerpt iconen.
Het uniforme stramien van Vignelli.
Vignelli ontwerpt daarmee een sterke basis voor de cartografen van de National Park Service die vandaag de dag belast zijn met de creatie van de visitors map. En hoewel ze nog steeds trouw zijn aan het eerste ontwerp is ieder park zo anders dat het logisch is dat niet iedere kaart precies binnen dat vaste stramien valt. Dat geldt helemaal voor de verschillende zeer uiteenlopende monumenten.

Een park als Yosemite is zo weids dat bepaalde deelgebieden een aparte kaart krijgen om details te kunnen weergeven. Andere gebieden hebben er baat bij om een vogelperspectief te gebruiken. Op die manier krijgt de bezoeker een helder overzicht. Monumenten worden 3D om de herkenbaarheid ten goede komen.

Maar de basisgedachte blijft. De kaart moet uitnodigend zijn waarbij de technische onderdelen zoveel mogelijk visueel worden gemaakt. De kaart wordt “pretty”.

In Nederland kunnen we hier nog wat van leren. Een kaart is namelijk ook een fantastisch souvenir. Mensen raadplegen de kaarten op latere momenten vaak nog een keer en telkens is dat een communicatiemoment. In die communicatie kunnen we van alles kwijt. Van praktische informatie tot aanbiedingen. Dat maakt een kaart een van de meest geschikte marketing tools.

Natuurmonumenten benut de potentie van parkkaarten nog niet ten volle en gebruikt nu Open Streetmaps.

Waarschijnlijk uit kostenoverweging wordt het geheel in een zwak opgemaakte pdf verwerkt. Open Streetmaps is een prima alternatief maar je moet je afvragen of het niet de investering waard is om eigen kaarten te laten maken.

Tevens kun je nu geen extra informatie kwijt zoals de locatie van parkeerplaatsen, markering van (tijdelijk) niet te betreden broedplaatsen of hoogtepunten van de route. Denk daarbij bijvoorbeeld aan Schotse Hooglanders of verandering van gewas.

Voor de National Park Service zelf kaarten ging maken waren er andere partijen zoals de spoorwegen die dat deden omdat zij hoopte daardoor mensen naar de parken te kunnen vervoeren. Later gingen de makers van wegenkaarten zich op de parken richten.
In Nederland maakt Falk nu kaarten voor Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Falk maakt erg goede kaarten om te navigeren maar ze zijn niet uitnodigend. Als wandelaar loop ik niet warm voor een kaart van Falk.

Bezoekers bewaren dit niet als souvenir en je hebt geen goede communicatie met je bezoekers.
Een kaart voor een natuurpark vraagt er om een verlengstuk van de beleving van het park te zijn: we willen de natuur door de kaart kunnen voelen. Lukt dat, dat kun je optimaal communiceren met je bezoekers.

 

Wij bij Maps Maps Maps kunnen dat als geen ander.

PS Op de site van de National Park Service kun je alle kaarten gratis downloaden. Ook als vector of Photoshop bestand.

Follow us

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Denk jij dat Maps Maps Maps ook jou kan helpen

neem dan nu contact op.

Maps Maps Maps, Oude Looierstraat 65-67, 1016 VH Amsterdam, 0620702800, info@mapsmapsmaps.nl

Pin It on Pinterest

Share This

Vertel het je vrienden

Deel dit op je favoriete netwerk